Opstellen RI&E
In de brochure “Aan de slag met de RI&E: Een stap-voor-stap handleiding voor ondernemers die geen risico’s willen lopen” wordt uitgelegd hoe u te werk gaat bij het opstellen van een RI&E:
Klik hier om deze brochure te downloaden of online te lezen.
Introductie op de Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E) van Steunpunt RIE op Vimeo.
Volgens artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet moet een RI&E in ieder geval aan de volgende eisen voldoen:
- de RI&E moet compleet zijn (voorkom dat bijvoorbeeld werkzaamheden, afdelingen, functies, groepen of individuele werknemers over het hoofd worden gezien);
- de RI&E moet betrouwbaar zijn (dus de situatie eerlijk weergeven);
- de RI&E moet actueel zijn (de huidige stand van zaken weerspiegelen) en, zodra de situatie daartoe aanleiding geeft, worden geactualiseerd;
- de RI&E moet op schrift staan; een afschrift moet aan de personeelsvertegenwoordiging (bijv. de Ondernemingsraad, OR) worden overhandigd; de RI&E moet door elke werknemer kunnen worden ingezien.
Binnen een bedrijf zijn verschillende gegevensbronnen waarop de risico-inventarisatie en –evaluatie kan worden gebaseerd.Denk hierbij aan:
- verzuimgegevens;
- ongevalsregistratie;
- gegevens over (vermoede) beroepsziekten;
- gegevens over toetreding tot de WAO;
- personeelssamenstelling en personeelsverloop;
- rapporten van deskundigen op het gebied van arbeidsomstandigheden, organisatieadviezen, etc.;
- registers van toxische stoffen en kankerverwekkende stoffen;
- productinformatie van leveranciers;
- klachten van werknemers (interne klachtenprocedure);
- gegevens van de brancheorganisatie;
- informatie van de arbodienst.
Ja, dat mag. Op grond van eerdere wettelijke voorschriften, bijvoorbeeld rond asbest en geluid, bestaan reeds inventarisatie- en evaluatieverplichtingen. Die gegevens kunnen, mits niet verouderd, natuurlijk worden overgenomen in de algemene risico-inventarisatie en -evaluatie. Arbodiensten hebben vaak bruikbare RI&E’s op de plank liggen. Ook veel branche- of bedrijfstakorganisaties hebben al RI&E-formulieren ontwikkeld (hier RI&E instrumenten genoemd) die specifiek aansluiten op de activiteiten in de eigen branche of bedrijfstak, of ze zijn daarmee bezig. Klik voor een overzicht van bestaande RI&E-instrumenten op een van de letters in het alfabet hier rechts.
Alle risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid van de werknemers -met andere woorden: situaties die afwijken van wat de Arbowet eist- moeten middels de RI&E in kaart worden gebracht en geëvalueerd.
In de Arbowet en het Arbobesluit zijn een aantal onderwerpen / thema’s opgenomen die in ieder geval in de RI&E moeten staan. Onderstaand een overzicht:
Arbowet
- toegang van werknemers tot een deskundige persoon (arbodienst of preventiemedewerker).
Arbobesluit
- jeugdigen;
- zwangere werknemers en werknemers tijdens de lactatie;
- psychosociale arbeidsbelasting;
- blootstelling aan gevaarlijke stoffen;
- blootstelling aan kankerverwekkende stoffen;
- blootstelling aan asbest;
- blootstelling aan lood;
- blootstelling aan biologische agentia;
- fysieke belasting;
- beeldschermwerk;
- trillingen;
- lawaai;
- persoonlijk beschermingsmiddel (PBM);
- Arbeids- en rusttijden (art. 4:1 Arbeidstijdenwet).
Voorts bevat de RI&E een overzicht van maatregelen die reeds genomen zijn in verband met de gesignaleerde gevaren, en de samenhang tussen die maatregelen. Andere mogelijke risico’s moeten natuurlijk ook opgenomen worden. Bijvoorbeeld: hoe gaan leidinggevenden om met arboprocedures, of hoe gaan werknemers om met procedures voor het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen? De RI&E hoeft niet zeer gedetailleerd te zijn als de risico’s daartoe ook geen aanleiding geven. In het algemeen geldt: hoe groter de risico’s, hoe gedetailleerder de beschrijving in de RI&E. Grote risico’s moeten op afdelingsniveau of zelfs op functieniveau geïnventariseerd en geëvalueerd worden.
Als u de RI&E volledig heeft ingevuld, inclusief het Plan van Aanpak, dan stuurt u deze naar uw gecertificeerde arbodienst (of arbodeskundige). Met de arbodienst maakt u afspraken over de toetsing van de RI&E en de kosten die daaraan verbonden zijn. Het laten toetsen van de RI&E door de arbodienst is in veel gevallen wettelijk verplicht.
De arbodienst kijkt of alle risico’s in de RI&E zijn opgenomen en of de situatie in uw bedrijf goed is weergegeven. Ook kijkt de arbodienst of de laatste normen en richtlijnen zijn gebruikt. Wat tien jaar geleden nog mocht, mag nu misschien niet meer. Tot slot adviseert de arbodienst u ook over het uitvoeren van de maatregelen uit het Plan van Aanpak.
Klaar? Dan bent u begonnen!
Nadat u uw RI&E en plan van aanpak hebt laten toetsen, is het tijd om aan de slag te gaan met de uitvoering van uw plan van aanpak. Klik hier om verder te lezen.
Vaak kunnen niet alle risico’s direct worden opgelost. Dan moet de werkgever prioriteiten stellen. Het advies van de arbodienst speelt hierbij een belangrijke rol; deze geeft aan welke maatregelen eerst zouden moeten worden uitgevoerd en van welke maatregelen het meeste effect kan worden verwacht. Het vaststellen van de prioriteiten dient in overleg met de werknemers(vertegenwoordiging) te worden gedaan.
Uit een plan van aanpak moet in elk geval duidelijk naar voren komen:
- Welke maatregelen worden naar aanleiding van de geconstateerde risico’s getroffen. (met onderscheid naar vestiging, afdeling, werkplek en/of functie).
- Op welke wijze worden de maatregelen uitgevoerd.
- Welke middelen worden hiertoe ter beschikking gesteld.
- Wie is verantwoordelijk is voor de uitvoering
- Op welke wijze en op welk tijdstip wordt gerapporteerd en geëvalueerd over de voortgang.
- Het tijdstip waarop de maatregelen moeten zijn gerealiseerd (einddatum).
Twee opmerking:
- De uitvoering van de maatregelen uit het plan van aanpak komt meestal neer op een meerjarenplan.
- Over het algemeen heeft bij het nemen van maatregelen een aanpak aan de bron de voorkeur. Met andere woorden: gevaren dienen zoveel mogelijk preventief te worden aangepakt: al bij het inrichten van werkplekken en functies moet worden bekeken of het ontstaan van gevaren te voorkomen is. Bijvoorbeeld door andere technieken toe te passen of andere stoffen te gebruiken.
Nee, de Arbeidsomstandighedenwet verplicht werkgevers niet om een lijst met arbeidsongevallen toe te voegen aan de RI&E. Ondanks dat het niet wettelijk verplicht is, is het wel verstandig de lijst met arbeidsongevallen toe te voegen. Inspectie SZW kan bij een bedrijfsbezoek zowel naar de RI&E vragen als naar de lijst met arbeidsongevallen.
Voor vragen over de inhoud van de RI&E, zoals bijvoorbeeld over diverse veiligheidsnormen, geluidsnormen, veiligheidsnormen voor machines, kledingeisen, aantal toiletten, omgaan met gevaarlijke stoffen, hoe u mag staan, hoe breed de looppaden moeten zijn etc., kunt u terecht bij uw Arbodienst, uw brancheorganisatie, uw arbocatalogus of bij www.arboportaal.nl
Voor informatie over de wettelijke verplichtingen ten aanzien van de organisatie van de BHV in uw bedrijf zie de website van het Arboportaal.
Hoe we het ook wenden of keren, uiteindelijk is de werkgever verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van de RI&E en het plan van aanpak. Als er zaken rond die RI&E niet goed gaan dan is dat de verantwoordelijkheid van de werkgever. Een werkgever kan de RI&E natuurlijk geheel zélf uitvoeren, maar in veel bedrijven is deze taak neergelegd bij de preventiemedewerker . Zie ook De RI&E, door wie?
Indien een bedrijf een RI&E en plan van aanpak heeft gemaakt moet deze RI&E en plan van aanpak voor een onafhankelijke toetsing worden voorgelegd aan een gecertificeerde arbodienst of arbodeskundige.
De arbodienst/arbodeskundige stuurt het resultaat van deze toetsing niet alleen aan de werkgever, maar ook aan de OR of de PVT. Het advies van de arbodeskundige kan tot een aanpassing in de RI&E en het plan van aanpak leiden. De aangepaste RI&E en het plan van aanpak worden voorgelegd aan de OR of PVT ter instemming. Na instemming van de OR of PVT gaat de werkgever met hulp van de preventiemedewerker aan de slag met het plan van aanpak.
De Inspectie SZW kan de werkgever vragen om de RI&E en het plan van aanpak. Als daarin is afgeweken van het advies van de arbodienst of arbodeskundige, zal Inspectie SZW vragen om de motivatie: Wat zijn ze overwegingen van de werkgever geweest om af te wijken van het advies van de arbodienst of arbodeskundige. Alleen Inspectie SZW kan de werkgever dwingen om bepaalde maatregelen te treffen.
Volgens de Arbeidsomstandighedenwet (art. 5, lid 4) moet een ondernemer over een actuele RI&E beschikken. Wat actueel is, is afhankelijk van een aantal factoren. In ieder geval van ontwikkelingen binnen het bedrijf.
Als u grote aanpassingen in het bedrijf aanbrengt, moet u de RI&E ook aanpassen. Nieuwe machines, een nieuwe manier van werken, een reorganisatie of een nieuwe locatie? Veranderingen in uw bedrijf betekenen een aangepaste RI&E. U inventariseert dan opnieuw welke risico’s er in uw organisatie spelen.
Anderzijds kunnen ook ontwikkelingen in wetgeving een reden zijn om uw RI&E aan te passen.
In ieder geval is het van belang dat het bijbehorende Plan van Aanpak aantoonbaar actueel te houden. Zie ook Aan de slag!
U kunt hier uw vraag stellen aan het secretariaat van het Steunpunt RI&E-instrumenten.